vrijdag 25 januari 2008

Het afscheid

De laatste stagedag is toch aangebroken. Hoe jammer het ook is.
Ik had traktaties gemaakt om mee te nemen naar stage en ook had ik voor mijn groep een boek gekocht om als cadeau te geven. Voor mijn begeleidsters en het hoofd heb ik een roosje gehaald. Ik vond het een hele moeilijke dag omdat ik iedereen heel erg ga missen en omdat iedereen mij zoveel leuke dingetjes heeft gegeven.
In de groep gingen ze voor me zingen en toen mocht ik trakteren.
Ik heb het echt heel erg naar mijn zin gehad en ik ga iedereen missen.
Hopelijk kom ik ooit terug.

verkleden.

We hebben op stage een leuke dag gehad toen we allemaal gingen verkleden. De kinderen mochten zeelf weten wat ze aan gingen trekken uit de grote verkleedkist. Het was heel leuk. De kinderen waren allerlei verschillende dingen. Van prinsesjes tot kabouters. Heel erg leuk. We gingen dansen en liedjes zingen.
Het was een leuke dag.

Sinterklaas en Kerst.

We hebben tijdens de sinterklaas en kerst periode allerlei leuke activiteiten gedaan. Het was heel leuk. Ik heb een schoorsteen gemaakt waar de zwarte piet en de kerstman doorheen konden op cadeautjes neer te leggen. Het was echt heel leuk geworden. Ik heb eerst dozen verzameld bij de winkels, daarna heb ik ze ingepakt en de kinderen hebben ze beschilderd. Het is heel leuk geworden. We hebben er kerstsokken aan gehangen zodat het nog leuker werd.
Ik was er heel erg trots op en de kinderen vonden het ook heel leuk.

Verdergaan met de opleiding.

Ik ben nu aan het einde gekomen van mijn stage periode. Ik weet nu ook zeker dat ik niet meer verder wil studeren. Ik ben namelijk echt gelukkig met wat ik doe en ik wil ook graag gaan werken waar ik nu stage loop.
Het is heel leuk en ik ben blij dat ik een besluit heb genomen.

Groetjes.

Kinderen op het kinderdagverblijf.

Ik vind het heel erg goed dat ouders kinderen naar het kinderdagverblijf brengen. De kinderen leren te spelen met andere kinderen. De ouders kunnen gewoon werken. Ik vind ook dat ouders zich helemaal niet schuldig hoeven te voelen omdat ze hun kind naar een kinderdagverblijf brengen. De meeste kinderen vinden het heel leuk en hebben er zelfs hele goede vriendjes en vriendinnetjes.
Het is een goede manier om allerlei dingen te leren zoals; samen spelen en delen, overleggen, rekening houden met anderen ed.
Ik vind het dus erg goed dat kinderen naar een kinderdagverblijf gaan. Ik zou het zelf ook wel doen als het later nodig is.

maandag 7 januari 2008

Vermoeden kindermishandeling.

Wat kan je doen?

Observeer.
Het is niet altijd gemakkelijk om te detecteren of kinderen in de problemen zitten. Kinderen en jongeren die slachtoffer zijn van verwaarlozing of mishandeling worden soms onder druk gezet om te zwijgen. Er wordt bijvoorbeeld gedreigd dat een knuffel of een huisdier wordt afgenomen of dat het kind iets zal meemaken als het durft spreken.
Kinderen leren om te zwijgen of te verbergen. Daarom is het belangrijk om naar kinderen te kijken, te observeren. Zie je bijvoorbeeld veranderingen in gedrag of houding, merk je dat kinderen meer teruggetrokken of juist agressiever zijn dan wat je gewoon bent? Het kunnen mogelijke signalen zijn van verwaarlozing of mishandeling.

Doe iets met je vermoeden.
Als je ongerust bent over een kind, blijf dan niet zitten met je vermoeden. Vertel je partner, buur, collega of dienstverantwoordelijke dat je dingen hebt opgemerkt bij een kind en vraag of zij dat ook hebben gezien. Jij hebt iets opgemerkt bij een kind. Je bent bezorgd en dat is voldoende om actie te ondernemen.
Een vermoeden is de eerste stap. Het kan zijn dat je mogelijk verkeerde conclusies hebt getrokken rond een signaal, maar dat zal dan na verloop van tijd duidelijk worden. Als je vermoeden correct blijkt, heb je het slachtoffer enorm geholpen.

Praat met kinderen/jongeren.
Laat horen dat je bezorgd bent over hem of haar. Kinderen wachten soms tot iemand hen aanspreekt. Het kan zijn dat zij niet dadelijk in staat zijn om signalen te geven omwille van de bedreigingen die ze kregen of omdat ze volwassenen niet meer durven vertrouwen.
Je bezorgdheid uiten is een eerste stap. Een kind leert daaruit dat er iemand iets heeft opgemerkt en bezorgd is. Dat kan de aanzet zijn voor een kind/jongere om te laten horen dat er problemen zijn.

Respecteer het tempo van kinderen.
Laat horen dat je bezorgd bent, maar zet een kind niet onder druk om te praten. Dwing geen verklaringen af. Een kind dat al een lange tijd slachtoffer is van mishandeling, heeft bepaalde manieren ontwikkeld om het voor zichzelf vol te houden. Als je te snel wil gaan, haal je de verdediging van een kind onderuit en kan je hem/haar in een crisis brengen.
Het is dus van belang om het tempo van een kind te respecteren en het de ruimte te geven om voor zichzelf te beslissen om te praten over zijn/haar problemen.

Doe geen beloftes die je niet kan nakomen.
Als je met een kind/jongere praat over je ongerustheid, hou dan rekening met je eigen mogelijkheden. Jij kan een kind laten horen dat je iets wil doen voor haar/hem, maar blijf realistisch in wat je aanbiedt. Zeg bijvoorbeeld niet dat jij er voor zal zorgen dat het nooit meer zal worden geslagen of misbruikt.

Beloof geen geheimhouding.
Wanneer een kind jou in vertrouwen neemt over wat er misloopt, heb je soms de neiging om dit vertrouwen te belonen door geheimhouding te beloven aan het kind. Probeer dat niet te doen.
Het is van belang dat je overlegt met anderen (een collega, je diensthoofd, een hulpverlener, ...) om samen in te schatten wat er nodig is. Je moet daardoor de geheimhouding doorbreken met als gevolg dat een kind leert dat niemand te vertrouwen is.
Maak het kind duidelijk dat je bepaalde stappen gaat ondernemen (met iemand overleggen bijvoorbeeld). Hierdoor komt het kind niet voor verrassingen te staan en kan het gehoord worden in wat voor hem/haar belangrijk is.

Kinderopvang schiet tekort.


vrijdag 04 januari 2008
Kinderopvang schiet tekort
Door TONNY VAN DER MEE KEES WESSELS
De kwaliteit van de buitenschoolse opvang (BSO) blijft nog ver achter bij die van crèches en gastouderopvang.
In 't Olifantje in Amsterdam-Zuid voelt de 2-jarige Marie zich helemaal thuis. Toch vindt moeder Wendeline de Bouter drie dagen per week genoeg. FOTO PAUL BERGEN Door de explosief gestegen vraag en het tekort aan ruimte zijn veel voorzieningen voor en na schooltijd nog onvoldoende. Ouders zijn veel minder tevreden over hygiëne, sfeer en veiligheid en het pedagogisch beleid.Dat blijkt uit de eerste resultaten van de Nationale Crèche Test, een groot tevredenheidsonderzoek onder ouders van Kinderopvangonline, Tevreden bv en opvoedblad Wij Jonge Ouders.Circa 14.000 ouders beoordeelden hun crèche, gastouder- en buitenschoolse opvang. Zij geven de kinderopvang een hoger rapportcijfer dan in 2006, maar klagen wel over slechte informatievoorziening en de BSO.Basisscholen zijn sinds augustus verplicht buiten schooltijd opvang voor hun leerlingen te regelen. De vraag is enorm gestegen en er is een groot tekort aan ruimte en personeel. Zo’n 20.000 kinderen staan op een wachtlijst.Een op de zes ouders in de buitenschoolse opvang (215.000 plekken) is ontevreden over de sanitaire voorzieningen en mogelijkheden om buiten te spelen. Ook de hygiëne scoort matig.,,De buitenschoolse opvang is niet goed uitgerust,’’ zegt Louis Tavecchio, hoogleraar kinderopvang. ,,De beschikbaarheid van voorzieningen loopt niet parallel met wat de wet nu verplicht. Dat gaat ten koste van de kwaliteit.’’De BSO is duur en heeft een hoog improvisatiegehalte, zegt directeur Wendeline van Luijk van Kinderopvangonline, een site voor alle soorten kinderopvang. ,,Je moet ruimte voor een paar uur huren of de opvang combineren met een andere voorziening, zoals de peuterspeelzaal. Die voldoen niet helemaal aan de eisen voor BSO, waardoor faciliteiten niet op elkaar aansluiten.’’Daarnaast vindt bijna een kwart van de ouders in de BSO dat ze onvoldoende informatie krijgen over de ontwikkeling van hun kind.